Salmo trutta trutta Linnaeus, 1758
Zeeforel
Uiterlijke kenmerken
Lengte tot 110 cm. Meestal kleiner. Er is een vetvin aanwezig. Tussen de achterkant van de vetvin en de zijlijn liggen 14-17 rijen schubben (de schub op de zijlijn niet meegeteld). De bovenkaak loopt door tot achter het oog. De rug is bruinig, de flanken en buik zilverkleurig. Op het lichaam komen zwarte, min of meer kruisvormige vlekjes voor. Staartvin met ronde uiteinden. Dit is de trekkende vorm van de forel.
Jonge forellen hebben 9-10 donkere (parr)vlekken op de flanken, een rode vetvin en de staartvin is ondiep gevorkt met afgeronde punten. Bij een lengte van 15 cm gaan ze meer op een volwassen forel lijken.
Lijkt sterk op de beekforel, maar deze heeft rode, licht omrande vlekjes en de zwarte vlekjes op de flanken vormen geen kruisjes (Salmo trutta subsp. fario).
Lijkt op de zalm, maar deze heeft een spitsere kop, de bovenkaak reikt niet voorbij de achterrand van het oog en de staart is meer gevorkt.
Ook heeft de zalm minder schubben tussen de vetvin en de zijlijn (10-13) (Salmo salar).
Lijkt op regenboogforel, maar deze heeft een gevlekte staartvin en een paarse band op de flanken (Oncorhynchus mykiss).
Lijkt op de bronforel, maar bij deze hebben de vinnen een lichte voorrand (Salvelinus fontinalis).
Verspreiding
Zeldzaam. Wordt in toenemende mate aangetroffen in het IJsselmeer en de rivieren, maar komt meer voor langs de Noordzeekust en de Wadden (zgn. 'schotzalm').
Habitat
Anadroom. Leeft in zee, trekt voor voortplanting de rivieren op.
Levenswijze
De zeeforel is de anadrome vorm van de beekforel. Hij leeft in zee, maar om te paaien trekt hij de rivieren op. Het paaien gebeurt in zeer smalle beken tot in brede rivieren boven schone grindbedden. Na 4-7 jaar bij een lengte van 50-60 cm zijn de zeeforellen geslachtsrijp en trekken naar de plaats van geboorte om te paaien. Jonge zeeforellen blijven 1-5 jaar in zoet water. Bij een lengte van 15-25 cm trekken ze naar zee. Ze blijven meestal in de buurt van de kust.
Voedsel
De jongen eten vooral insecten (larven). In zee eten zeeforellen vooral kreeftachtigen en vis.
Wetgeving en bescherming
Opgenomen in de Visserijwet.