Carassius auratus auratus (Linnaeus, 1758)
Goudvis
Uiterlijke kenmerken
Lengte tot 50 cm. De eerste vinstraal is tamelijk hard en getand. De rand van de rugvin is hol ingesneden. Op de zijlijn liggen 28-31 schubben. De gekweekte goudvis is een kleurvariëteit van de giebel. Soms zijn ze moeilijk te onderscheiden, maar heeft de vis een oranje of gelige kleur of zijn de vinnen extra lang, dan is het hoogstwaarschijnlijk een goudvis.
Lijkt op de giebel, maar deze is niet oranje of gelig (Carassius gibelio).
Verspreiding
Uitheems. Werd oorspronkelijk in China en Japan gekweekt als goudkleurige variëteit van de giebel. Komt in ons land voornamelijk als siervis voor in tuin- en parkvijvers. Ook vormvariëteiten van de goudvis, zoals sluierstaarten, worden veelvuldig als siervis gehouden. Vaak losgelaten of ontsnapt.
Habitat
Zie giebel (Carassius gibelio).
Levenswijze
Zie giebel (Carassius gibelio).
Voedsel
Voornamelijk kleine diertjes en plantaardig materiaal.
Wetgeving en bescherming
Komt niet in één van de wetten voor.