Alburnoides bipunctatus (Bloch, 1782)
Gestippelde alver
Uiterlijke kenmerken
Lengte tot 15 cm. De bek is eindstandig. De zijlijn is gebogen en aan weerszijden omgeven door een rij zwarte vlekjes. Het begin van de borst-, buik- en anaalvin is vaak geeloranje tot rood. Er loopt een donkere lengteband boven de zijlijn, deze is met name in de paaitijd zichtbaar. Mannetjes hebben in de paaitijd paaiuitslag op hun kop. Jonge dieren (< 5 cm) zijn egaal zilverachtig met een dunne zwarte streep vanaf de neuspunt tot aan het begin van de staart. 10-11 vinstralen in de rugvin, 18-20 in de anaalvin. 44-54 schubben op de zijlijn.
Lijkt niet op andere vissen vanwege de zwart gevlekte zijlijn.
Verspreiding
Zeer zeldzaam. Reeds lang uit de Nederlandse wateren (riviertjes, beekjes) verdwenen. Onlangs is de gestippelde alver echter weer ontdekt in enkele Limburgse beken.
Habitat
Zuurstofrijk, snelstromend water met een bodem van grof zand, grind en/ of stenen.
Levenswijze
Leeft in scholen, meestal dicht bij de bodem. paait in voorjaar boven een grindbodem.
Voedsel
Insecten (-larven), kleine kreeftachtigen en wormpjes.
Wetgeving en bescherming
Opgenomen op de Rode lijst en in de Flora- en Faunawet.